Parochiebestuur Betreurt En Veroordeelt Seksueel Misbruik in Oldenzaal

The Tubantia
April 15, 2012

http://www.tctubantia.nl/regio/noordoosttwente/10859845/Parochiebestuur-betreurt-en-veroordeelt-seksueel-misbruik-in-Oldenzaal-.ece

Pastoor Reerink

OLDENZAAL - In de kerken van de Plechelmusparochie in Oldenzaal, Weerselo, Rossum, Saasveld en Deurningen is gisteravond en vanmorgen de verklaring voorgelezen van het kerkbestuur over het seksueel misbruik dat zich heeft voorgedaan in de voormalige Antoniusparochie in Oldenzaal.

Het parochiebestuur betreurt en veroordeelt daarin het misbruik in 1968 van een toen 13-jarige jongen door een kapelaan. De nu 58-jarige Bob Alders werd drie maanden lang stelselmatig misbruikt door de inmiddels overleden priester Frans B. Alders heeft daarvan melding gedaan bij de commissie Deetman die het seksueel misbruik in de katholieke kerk heeft onderzocht. In de TCTubantia van zaterdag deed de misbruikte oud-Oldenzaler zijn schokkende relaas over wat het destijds is overkomen.

Het nieuws over het seksueel misbruik door een kapelaan van de toenmalige Antoniusparochie is dit weekeinde in Oldenzaal en omgeving ingeslagen als een bom. Het is het gesprek van de dag. Het bestuur van de Plechelmusparochie waar de Antoniuskerk nu onder valt, had nog zo gehoopt er in hun parochie gevrijwaard van te blijven. Maar nu dat niet het geval blijkt te zijn, komt de klap extra hard aan.

Pastoor Bernard Reerink heeft maar één woord nodig als hij zijn gevoel beschrijft met betrekking tot het slachtoffer van het seksueel misbruik eind jaren '60: compassie. Hij trekt onmiddellijk het boetekleed aan. „Het is verschrikkelijk wat die man is overkomen. Dat had nooit mogen gebeuren."

Voorzitter Reerink en vice-voorzitter Addy Horsthuis komen er voor uit dat ze 'geschokt' zijn.

Ze doen hun verhaal deze zaterdagmiddag in de voormalige pastorie van de Antoniusparochie naast de gelijknamige kerk aan de Spoorstraat. De plaats waar het misbruik in 1968 plaats vond. Het statige pand is nog in dezelfde staat als toen. Reerink en Horsthuis realiseren zich dat terdege. „In de kamer hierboven is het gebeurd", wijst pastoor Reerink met zijn vinger naar boven." Vice-voorzitter Horsthuis heeft meteen na het verschijnen van het artikel contact gehad met het slachtoffer en hem namens de parochie alle hulp aangeboden. „We laten het helemaal aan hem over wat hij daarmee doet. Het leed wat die man is aangedaan, is niet met een paar woorden af te doen. Ons past hier slechts bescheidenheid. Als hij wil praten, graag. We hebben afgesproken dat als hij daar behoefte aan heeft, hij contact met ons opneemt."Al Reerink en Horsthuis hebben niet de illusie dat zij zijn verdriet om het verleden kunnen wegnemen. „Maar misschien kunnen we hem helpen bij de erkenning van zijn verhaal en bij het verzachten van zijn verdriet."

Excuses heeft Horsthuis in het telefoongesprek niet aangeboden. „Daar is het nog te vroeg voor. Dan komt het niet echt over." Of de excuses nog komen en of dat niet voor de hand ligt? Horsthuis wil daar niet op vooruit lopen. „Dat is een afweging van het hele bestuur." Dat hij zich 'diep'schaamt, is volgens Horsthuis vanzelfsprekend. „Want wij vertegenwoordigen een kerk en die heeft iets ergs aangericht. Er zijn zoveel erge dingen gebeurd. Het seksueel misbruik heeft nu helaas ook in Oldenzaal een gezicht gekregen. Het heeft 1½ jaar geduurd maar nu is Oldenzaal er ook bij betrokken."