| "Misbruik Ondermijnt Zending Kerk"
RKnieuws
March 2, 2012
http://www.rorate.com/nieuws/nws.php?id=70327
HAARLEM (RKnieuws.net) - Er is de laatste jaren gelukkig meer aandacht gekomen voor de slachtoffers van seksueel misbruik. De Nederlandse bisschoppen hebben de onafhankelijke Commissie Deetman ingesteld om het misbruik in katholieke instellingen te laten onderzoeken. De Commissie heeft in december rapport uitgebracht en gaat nu nog een aanvullend onderzoek doen over misbruik van meisjes en over geweld. Mishandeling en misbruik zijn omvangrijke problemen in kerk en maatschappij.
Deetman verzuchtte bij de presentatie van het rapport van de Commissie: “Wat is er aan de hand met de Nederlandse samenleving?” ’Samen Kerk’ vroeg, mgr. J. Hendriks, hulpbisschop van het bisdom Haarlem-Amsterdam, in te gaan op feiten en achtergronden en op de vraag wat de katholieke kerk en het bisdom Haarlem-Amsterdam doen om misbruik te voorkomen.
Mgr. Hendriks: ’Het is ergens in de jaren ’50. Een meisje van een jaar of acht heeft haar beide ouders verloren. Nu wordt ze ook nog gescheiden van haar broertje en in een internaat geplaatst. De sfeer is er kil en koud, zij mist de liefde van haar ouders. In die situatie is er iemand die haar wat aandacht schenkt en af en toe wat snoep geeft, maar al gauw begint die persoon haar te betasten en vanhaar te verlangen dat zij hem seksueel bevredigt. Die persoon is een priester’.
’Toen ik dit verhaal hoorde, sprongen de tranen me in de ogen. Het is zo gemeen en liefdeloos en het kind is in zo’n kwetsbare positie en dan is de dader in zijn machtspositie ook nog eens iemand die de liefde van God komt verkondigen en voorleven! Geen wonder dat dit kind alle vertrouwen in de kerk en misschien ook in God voorgoed verloren heeft. Het gebeuren van toen heeft het leven van een onschuldig kind verwoest’.
Feiten
Uit het onderzoek van de commissie Deetman komt naar voren dat 9,7 % van de Nederlanders ongewenst seksueel benaderd is door een niet-familielid. Eerdere onderzoeken komen tot nog veel hogere percentages, maar dan is het misbruik in en rond het gezin verdisconteerd, waar volgens onderzoeken ongeveer eenderde van het totale misbruik van meisjes plaatsvindt. De daders zijn daar voornamelijk (stief-)vaders, oudere broers en ooms. Misbruik van meisjes is hier wat beter onderzocht dan dat van jongens. 0,6 % van de respondenten in het onderzoek van de commissie Deetman meldt dat de pleger werkzaam was binnen de katholieke kerk.
Er is geen significant verschil tussen katholieken en niet-katholieken, al was de internaatscultuur in katholieke kring sterk (in 1960 waren er 321 katholieke internaten). In het rapport van de Commissie Deetman komen enkele internaten naar voren waar sprake was van structurele mistoestanden. In internaten (katholiek of niet) is het risico op misbruik twee keer zo hoog als het landelijk gemiddelde, volgens het Deetman-rapport. Dat klopt met cijfers uit ander onderzoek, dat duidelijk maakte dat de risico’s groter zijn in instellingen van jeugdzorg en in de gehandicaptenzorg. Slechts een klein deel van het misbruik in onze maatschappij wordt gemeld of komt bij de politie terecht. In 2004 bijvoorbeeld werden 6668 gevallen van seksueel geweld ter kennis van de politie gebracht.
Op grond van deze algemene cijfers komt de Commissie Deetman tot de conclusie dat het aantal slachtoffers binnen instellingen van de katholieke kerk tussen de 10.000 en 20.000 moet bedragen. Dit betekent niet dat er zoveel klachten zijn binnengekomen, het is een doorberekening en (betrouwbare) conclusie uit de algemene cijfers die aangeven hoe breed het probleem verspreid is in de samenleving.
De commissie ontving 1795 meldingen die binnen het onderzoek vielen, waarbij 774 gevallen van misbruik werden gemeld die nader konden worden onderzocht. Ongeveer 98% van de meldingen betrof de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw. Slechts 2,1 % betrof misbruik van de jaren tachtig en daarna.
Wat doet de Kerk?
De meldingen betreffen dus vooral een periode die al minstens veertig jaar achter ons ligt. Voor veel slachtoffers is die tijd echter nog iedere dag actueel door de vreselijke gevolgen van het misbruik. Het allereerste wat noodzakelijk is, is dus erkenning, hulpverlening en een vorm van compensatie, al kan niemand goed maken wat hen is aangedaan. De bisschoppen hebben daarom het meldpunt, de hulpverlening en de klachtencommissie geprofessionaliseerd en een compensatiecommissie in het leven geroepen.
Rechters en specialisten in letselschade maken van deze commissies deel uit. Mgr. Dr. J.M. Punt, bisschop van Haarlem-Amsterdam, heeft driemaal een brief geschreven aan alle gelovigen die in de kerken is voorgelezen. Daarin vertelde hij hoe hijzelf met de roblematiek in het bisdom is omgegaan. Verder heeft mgr. Punt verschillende slachtoffers thuis bezocht of op het bisdom ontvangen en een van hen heeft de priesterraad toegesproken met een moedig getuigenis; enkele slachtoffers werden bijzonder uitgenodigd voor de bisschopswijding in december waar voor hen werd gebeden en waarbij de bisschop in de homilie stilstond bij het leed dat hen is aangedaan. Datzelfde heb ik gedaan in mijn slotwoord en in verschillende interviews bij die gelegenheid, aldus mgr. Hendriks.
Binnen het bisdom is een werkgroep opgericht om slachtoffers te woord te staan; intussen hebben de gezamenlijke bisschoppen een landelijke contactgroep opgericht waarvan de Rotterdamse bisschop voorzitter is.
Moeilijker is het om goed om te gaan met meldingen via de media. Het bisdom heeft daarom vaker opgeroepen die meldingen te doen bij het bisdom of bij het meldpunt en de klacht te laten onderzoeken door de klachtencommissie of – als de klacht niet verjaard is – door de rechtbank. Zolang dat niet is gebeurd en het bij een anonieme melding in de media blijft, kunnen we weinig doen. Ook meeleven kun je nu eenmaal alleen met een concrete persoon.
Vorming van priesters en pastoraal werkenden
Op 13 januari werd een bijeenkomst in Heiloo gehouden rond misbruik en het rapport Deetman met de priesters, diakens en pastoraal werkenden. Voor de jonge priesters, pasgewijde diakens, catechisten en pastoraal werkers zijn op De Tiltenberg enkele rainingsdagen gehouden om seksueel misbruik te voorkomen en te signaleren en aan de studie van de priesterstudenten is een vak toegevoegd rond beleving van het celibaat en zijn gespreksavonden gehouden rond dit thema. In de aanname- en creeningsprocedure van kandidaten voor de opleidingen zijn eveneens verbeteringen aangebracht.
Gedragscode
In de verschillende bisdommen bestaat al een gedragscode voor degenen die in de kerk werkzaam zijn, maar er wordt nu voor alle bisdommen aan een nieuwe, herziene en verbeterde versie gewerkt die voor de zomer gereed moet zijn. Afgelopen zomer al werd naast een VOG-Verklaring (Verklaring van onbesproken gedrag) van de vrijwilligers die reizen naar de wereldjongerendagen begeleidden, gevraagd om een speciale gedragscode te ondertekenen.
Vaak wordt gezegd dat het celibaat de schuld is van het misbruik. Kort door de bocht: omdat ze als celibatairen met hun seksuele gevoelens geen kant uit kunnen, vergrijpen geestelijken zich aan minderjarigen. Dat “is een stelling waarvoor geen wetenschappelijke onderbouwing bestaat”, merkt het rapport Deetman op. Als die stelling waar was, zou misbruik aanmerkelijk meer moeten voorkomen in de katholieke kerk dan daarbuiten en dat is niet het geval.
Wel zijn er allerlei factoren die belangrijk zijn voor een priester om het celibaat goed te kunnen beleven, zoals vriendschappen, een goede sociale omgeving, een gezonde en regelmatige levensstijl, voldoening in het priesterlijk werk en – last but not least – gebed en een sterke geestelijke motivatie.
En verder?
De boodschap van de kerk is goed, en juist in onze tijd heel belangrijk. Misbruik in de kerk maakt ons beschaamd en het ondermijnt de zending van de kerk. Want heb je nog recht van spreken als je het zelf niet waarmaakt? De kerk maakt een zuiverings- en outeringsproces door. We moeten de liefde van Christus weer geestelijk sterk gestalte te geven, bezield door het evangelie. Dat is de vernieuwing die we nodig hebben. Het bisdom blijft overigens open staan voor alle suggesties die kunnen helpen om goed met de slachtoffers en met de hele situatie om te gaan, aldus mgr. dr. Jan Hendriks.
|