BishopAccountability.org | ||||
Kindermisbruik Onthutsende Cijfers Knack Weekend December 22, 2010 http://knackweekend.rnews.be/nl/life-and-style/radar/supermama-blog/supermama-blog-filip-ceulemans/kindermisbruik-onthutsende-cijfers/article-1194893985882.htm Roger Vangheluwe. Misbruik in de Kerk. Robert Mikelsons in het Hofnarretje in Amsterdam. 2010 lijkt wel het jaar van de pedofilie te zijn. Een weldenkend mens kan dit niet bevatten. Seksueel misbruik van een tiener, een kind, een peuter, ja zelfs baby’s. Met mijn verstand kan ik er niet bij hoe je deze kwetsbare wezens dit kan aandoen. En toch komt seksueel misbruik veel vaker voor dan we ons kunnen inbeelden. Studies over het probleem blijven relatief schaars. Voor ons eigen land zijn er cijfers beschikbaar uit 2003. In dat jaar registreerde Kind & Gezin 7.779 aangegeven gevallen van kindermishandeling. 1.742 maal ging het om seksueel misbruik. Dat doet Kind & Gezin besluiten dat in Vlaanderen jaarlijks 1,2 kinderen op duizend seksueel misbruikt worden. Een Nederlandse studie uit 2005 stelt dat voor hun 16de 19% van de meisjes en 4% van de jongens bij onze noorderburen slachtoffer wordt van seksueel geweld. Een Amerikaanse studie (2002) kwam tot de conclusie dat in San Francisco 16% van de meisjes voor hun 18de verjaardag slachtoffer werd van intrafamiliaal seksueel geweld (12% voor hun 14de). 31% van de meisjes gaf aan voor hun 18de slachtoffer te zijn geweest van extrafamiliaal seksueel misbruik (20% voor hun 14de). 38% van de meisjes had dergelijke ervaring binnen of buiten de familiale context voor hun 18de. Amper 2% van de gevallen van intrafamiliaal en 6% van de gevallen van extrafamiliaal geweld werd bij de politie aangegeven. Ronduit onthutsende cijfers. De huisarts is vaak de eerste zorgverstrekker die met de symptomen van seksueel en ander misbruik van een kind geconfronteerd wordt. Wanneer hij de symptomen waarneemt die op (seksueel) misbruik kunnen wijzen, zadelt dat hem met een deontologisch en juridisch probleem op. Er ontstaat vaak een ‘conflict of interests’ tussen de plicht iemand in nood te helpen en het medisch beroepsgeheim. Het wekt dan ook geen verwondering dat de Orde der Geneesheren eind vorige week een advies hierover publiceerde. De voorbije maanden en weken werd de Orde immers meermaals door artsen gevraagd hoe ze deze twee tegenstrijdige verplichtingen met elkaar moeten verzoenen. Het antwoord van de Orde is niet altijd even makkelijk te lezen en probeert de twee principes – die allebei van groot belang zijn voor het medisch korps – met elkaar te verzoenen. Het strafwetboek zegt dat een arts de procureurs des Konings kan (dus niet moet) inlichten wanneer hij weet heeft van ernstige misdrijven gepleegd op minderjarigen. Er moet dan wel aan drie voorwaarden voldaan worden: hij moet het slachtoffer zelf onderzocht of in vertrouwen genomen hebben; er moet een ernstig en dreigend gevaar zijn voor de psychische en/of fysieke integriteit van het kind; de arts kan zelf of met de hulp van anderen de integriteit van het slachtoffer niet beschermen. De wet zegt verder dat een arts alvorens naar de procureur te stappen eerst zijn verantwoordelijkheid moet opnemen door zelf hulp te verlenen of door andere zorgverstrekkers in te schakelen. De drie voorwaarden kunnen achteraf getoetst worden door een rechter. Indien niet aan de drie voorwaarden voldaan is, kan de arts straf- en tuchtrechterlijk vervolgd worden. Helemaal aan het einde van het advies, staat mijns inziens het belangrijkste zinnetje: “Deze mogelijke toetsing mag echter in het belang van het kind geen beletsel vormen om melding te doen van ernstige feiten. Het gebiedt enkel voorzichtigheid.” Vertaald naar mensentaal: het belang van het kind moet steeds voorop staan. En zo hoort het ook. |
||||
Any original material on these pages is copyright © BishopAccountability.org 2004. Reproduce freely with attribution. | ||||