BishopAccountability.org | ||||
Naar Een Kerkelijk Tweesporenbeleid RKnieuws September 5, 2010 http://www.rorate.com/nieuws/nws.php?id=62542 ASHINGTON (RKnieuws.net) - Strafbare feiten, zoals kindermisbruik, mogen niet aan het gerecht worden onttrokken. Maar dat betekent niet dat de kerkelijke autoriteiten rustig moeten toekijken, meent kerkjurist Kurt Martens. Hij tekent in het christelijk weekblad Tertio de krijtlijnen uit van wat mogelijk is na de commissie-Adriaenssens. Kurt Martens is Associate Professor aan de School of Canon Law van The Catholic University of America in Washington D.C. "Met veel machtsvertoon en in de aanwezigheid van de pers werden op 24 juni huiszoekingen gedaan in Mechelen in het aartsbisschoppelijk paleis, in de kathedraal en in de privewoning van kardinaal Godfried Danneels, en in Leuven in de kantoren van de commissie-Adriaenssens. De actie van het Brusselse parket en van onderzoeksrechter Wim De Troy riep veel vragen op, ook bij het parket-generaal, dat de zaak liet onderzoeken. De Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) velde hierover een arrest op 13 augustus". "Op last van onderzoeksrechter De Troy mag over die beslissing van de KI tot nu toe niet worden gecommuniceerd. De uitleg hiervoor is heel simpel: het geheim van het onderzoek. Een correcte redenering, ware het niet dat dat geheim nu pas is gaan gelden, en niet werd ingeroepen op de dag van de huiszoekingen, of toen informatie over een foto op de computer van kardinaal Danneels werd gelekt, of nog toen het parket op vrijdag 13 augustus bewust onvolledig communiceerde over het arrest van de KI. De vraag die op ieders lippen brandt, is eenvoudig: hoe moet het nu verder?" Godsdienstvrijheid "Het is evident dat feiten die volgens de Belgische strafwet strafbaar zijn, niet aan de Belgische gerechtelijke autoriteiten kunnen worden onttrokken. Maar dat betekent niet dat de kerkelijke autoriteiten rustig kunnen of moeten toekijken. De Belgische grondwet garandeert via artikel 21 niet alleen godsdienstvrijheid tout court: essentieel voor die godsdienstvrijheid is dat de interne organisatie van elke godsdienst vrij is. Dat betekent onder meer dat een godsdienst intern recht kan hebben, zoals de katholieke kerk dat heeft in de vorm van kerkelijk recht". "Na het Tweede Vaticaans Concilie kwam precies dit kerkelijk recht onder druk te staan: men vond dat een kerkgemeenschap geen recht nodig had, want recht is een vorm van machtsuitoefening en heeft te maken met het vestigen van autoriteit. Benedictus XVI schreef in 2010 in zijn brief aan de katholieken van Ierland over de misbruikcrisis dat sommige kerkelijke overheden in het verleden ernstige fouten maakten bij het beoordelen van klachten en het toepassen van de bestaande kerkelijke normen. Hij schrijft dat onder meer toe aan een verkeerde interpretatie van het vernieuwingsprogramma van Vaticanum II, waarbij een strafrechtelijke aanpak van canoniek onregelmatige situaties werd vermeden. Een pastorale aanpak leek toen meer aangewezen. Hoe moet het dan wel?" Dossier naar Rome "Sinds 2001 is het misdrijf tegen ‘het zesde van de tien geboden’, gepleegd door een clericus met een minderjarige jonger dan achttien jaar, een gereserveerd misdrijf. Dat betekent dat dit misdrijf van seksueel misbruik enkel en alleen kan worden behandeld door de congregatie voor de Geloofsleer. Als een bisschop of een overste betrouwbare informatie ontvangt over het bestaan van dergelijk delict, moet hij een vooronderzoek instellen en de resultaten ervan aan de congregatie meedelen. Sommigen hebben al gesuggereerd dat dergelijke bevoegdheidsverschuiving wijst op een doofpotoperatie. Niets is minder waar: de bevoegdheid werd verschoven van de bisschop naar de congregatie, niet alleen om zeker te zijn dat de zaken ook daadwerkelijk zouden worden behandeld, maar ook om ervoor te zorgen dat zaken konden worden behandeld van die bisdommen en instituten waar de technische kennis en middelen niet voorhanden waren". "Tegelijk is ook duidelijk dat er sindsdien voor de bisschop of overste geen keuzemogelijkheid bestaat: hij moet het dossier bezorgen aan de congregatie voor de Geloofsleer, en die zal, na studie van het dossier, beslissen welke canonieke oplossing aan het dossier wordt gegeven: een strafproces, administratief proces, of ambtshalve wegzending uit de klerikale staat. Dat moet de eerste prioriteit zijn van elke bisschop en religieuze overste: pas het kerkelijk recht toe en stuur de dossiers naar Rome". Zorg voor slachtoffers "Indien in Belgie een nieuwe kerkelijke commissie moet worden opgericht, mag zeker niet de indruk worden gewekt dat die commissie ook rechter speelt. Dat was minstens de perceptie door het optreden van de ‘commissie voor de behandeling van klachten van seksueel misbruik in een pastorale relatie’ en haar voorzitter, maar dat kan niet de bedoeling zijn. Indien een kerkelijke interdiocesane commissie in Belgie een rol wil spelen in boven-genoemde strafprocedure, dan moet daarvoor door Rome toelating (‘recognitio’) worden gegeven. Immers, kerkjuridische procedurenormen kunnen niet door lagere autoriteiten (bisschoppenconferentie, bisschop, etc.) worden gewijzigd, tenzij met toestemming van de hoogste instanties. Statuten voor een interdiocesane commissie alleen lossen het probleem niet op. Zo was voor de speciale normen die door de Amerikaanse bisschoppenconferentie in 2002 werden aangenomen, ‘recognitio’ nodig van de bevoegde Romeinse overheid alvorens de normen in werking konden treden. Er is geen enkele reden waarom dat niet zou gelden voor de kerk in Belgie". "Het is daarom allicht beter dat een nieuw initiatief van de bisschoppen focust op de zorg voor de slachtoffers, en dat dus daadwerkelijk een tweesporenbeleid wordt gevolgd: enerzijds het volgen van de interne kerkjuridische procedure, anderzijds een veeleer therapeutische aanpak waar slachtoffers worden erkend en op de eerste plaats komen. Zo’n op slachtofferhulp gericht initiatief moet wel opletten dat het niet in het vaarwater komt van de juridische procedures". Geen onderzoekscommissie "Her en der werd geopperd de politiek in te schakelen, eventueel via een parlementaire onderzoekscommissie. Dat is geen evidentie, zeker niet indien zo’n commissie zich uitsluitend zou bezighouden met de vraag van seksueel misbruik binnen de kerk. Niet alleen zou dat een ernstige aantasting zijn van de in de grondwet verankerde verhouding tussen kerk en staat, en meer bepaald van de interne organisatie-vrijheid. Zo’n initiatief dreigt ook vrij snel te verzanden in partijpolitieke en andere spelletjes, zoals we hebben gezien met andere onderzoekscommissies. Een pijnlijk voorbeeld daarvan was de onderzoekscommissie ‘sekten’, waar vanuit bepaalde hoek pogingen werden gedaan om allerlei kerkelijke organisaties in een slecht daglicht te stellen. Bovendien is het ook bijzonder onverstandig om te pleiten voor een parlementaire onderzoekscommissie die een gerechtelijk onderzoek kan doorkruisen. Je dreigt dan immers allerlei rechten te schaden. Dat wordt dan gewoon een – weliswaar mediatieke – maat voor niets". |
||||
Any original material on these pages is copyright © BishopAccountability.org 2004. Reproduce freely with attribution. | ||||