BishopAccountability.org | ||||
De Kardinaal Antwoordt By Fernand Keuleneer De Standaard September 1, 2010 http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=4H2UO851 In een recht van antwoord beschuldigt de advocaat van kardinaal Danneels De Standaard van karaktermoord. We publiceren hieronder de integrale tekst en een nawoord van de hoofdredactie, zodat de lezer zich een oordeel kan vormen. Op zaterdag 28 augustus heeft De Standaard een karaktermoord gepleegd op kardinaal Danneels. Uw krant heeft een gedeelte van de transcriptie van de geimproviseerde en mislukte verzoeningspoging die de kardinaal op 8 april 2010 ondernam met de familie Vangheluwe gepubliceerd. Daarbij heeft De Standaard bepaalde passages in het rood gemarkeerd, en de tekst verder voorzien van uiterst gekleurde commentaar. Vrijwel iedereen is het erover eens dat aan de kardinaal juridisch niets verweten kan worden. Wij menen daarenboven dat de kardinaal ook vanuit moreel oogpunt correct heeft gehandeld.
Begin april 2010 wordt kardinaal Danneels opgebeld door zijn gewezen collega–bisschop en vriend Roger Vangheluwe. Die opent het gesprek met de mededeling dat hij iets vreselijks misdaan heeft: vanaf 1973 heeft hij zijn eigen neef seksueel misbruikt. Het misbruik zal pas ophouden wanneer de vader van het slachtoffer in 1986 zijn broer confronteert. Het gesprek tussen de gewezen collega's duurt amper enkele minuten. De kardinaal is zoals iedereen in dergelijke omstandigheden zou zijn, zwaar aangeslagen en reageert nauwelijks. Hij incasseert vooral en kan wat hem verteld is, niet plaatsen. Enkele dagen later, op 8 april 2010, organiseert de christelijke gepensioneerdenvereniging OKRA een grootschalige bijeenkomst in Brugge. De kardinaal is er uitgenodigd als gastspreker en ontvangt er – omwille van zijn eigen emeritaat – een erelidmaatschap. Hij wordt er aangesproken door Mgr. Vangheluwe. Die vraagt hem om diezelfde dag nog te bemiddelen tussen hem en zijn familie. De kardinaal aarzelt en zou het liever niet doen op die dag. Hij vraagt zijn voormalige collega de familie op te bellen. Mgr. Vangheluwe doet dit, en verneemt dat zijn familie reeds onderweg is, en dat het hen goed zou doen een gesprek te hebben. Als de kardinaal naief is geweest, is het op dit ogenblik, bij het ingaan op die vraag. Maar het is wrang dat men hem zou kwalijk nemen dat hij er de voorkeur aan geeft een verzoening te betrachten in een familiaal drama, met het risico zelf ook in het vizier van de pers te komen, veeleer dan de gemakkelijkste oplossing te kiezen en het probleem door te schuiven naar de pauselijke nuntius. Om 15.00 uur arriveert het slachtoffer met een aantal familieleden. De kardinaal is niet voorbereid. Hij meent dat het de bedoeling is dat hij bemiddelt bij een familiedrama dat zich heeft voorgedaan tussen 1973 en 1986, dat gedurende vierentwintig jaar binnen de familie geheim werd gehouden en is blijven etteren, en waar een verzoening en herstel misschien mogelijk zijn. Dat is overigens ook wat minstens een deel van de familie wil. En bij voorkeur zonder publiek schandaal, waar, zoals de kardinaal volstrekt terecht opmerkt, niemand baat bij heeft. De neef van Mgr. Vangheluwe meent echter dat hij wanneer hij een onderhoud met 'de kardinaal' vraagt in het bijzijn van de familie, de kans zal krijgen 'de werkgever' van zijn oom aan te spreken: iemand die de macht heeft zijn oom te ontslaan. Meteen blijkt ook dat het slachtoffer Mgr. Leonard had verwacht. Dat is niet het geval en de kardinaal laat zeer duidelijk weten dat hijzelf afgetreden is en geen enkel gezag heeft. Hij is er enkel om te bemiddelen – of om raad te geven. Hij suggereert wel om eventueel Mgr. Leonard te ontmoeten. Nooit oefent de kardinaal druk uit op het slachtoffer, en ettelijke malen vraagt de kardinaal wat het slachtoffer wil. Het slachtoffer antwoordt dat hij het in handen van 'jullie' legt. De kardinaal vraagt of het slachtoffer wil dat alles bekendgemaakt wordt. Opnieuw antwoordt het slachtoffer dat hij het 'aan jullie' laat. De kardinaal vraagt of Mgr. Vangheluwe moet aftreden. Het slachtoffer antwoordt 'maar dat moet hij beslissen', en dat hij 'voor vandaag' verlangt dat Mgr. Vangheluwe openlijk schuld bekent ten overstaan van de ganse familie. Kardinaal Danneels beweegt Mgr. Vangheluwe ertoe voor het eerst in vierentwintig jaar zijn schuld te erkennen ten overstaan van zijn familie, en vergiffenis te vragen. Wie daar laatdunkend over doet, heeft ongelijk. Op uitdrukkelijke en herhaalde vraag van het slachtoffer suggereert kardinaal Danneels ook oplossingen, die oog hebben voor zowel het slachtoffer, wiens leven verwoest is, voor diens familie, die mee heeft geleden, alsook, inderdaad, voor de dader, die in christen ogen nog steeds een mens is. De oplossing van de kardinaal is dat Mgr. Vangheluwe het komende jaar zoveel als mogelijk uit het publieke leven verdwijnt, en het volgend jaar ogenblikkelijk aftreedt bij het bereiken van de emeritaatsleeftijd (vaak doen bisschoppen er nog een paar jaar bij). Dit vermijdt dat in de pers vragen rijzen: niemand van de betrokkenen – het slachtoffer net zomin als diens familie – vraagt op dat ogenblik om een publiek familieschandaal. Opnieuw: het slachtoffer en diens familie waren reeds vierentwintig jaar op de hoogte van het misbruik, en hebben gedurende die periode nooit contact met de pers of met de politie gezocht. Ook heeft de kardinaal vergeving voorgesteld, ja. Men kan dat als hopeloos naief beschouwen, of als achterhaald pastoraal, maar dat is het niet. Vergeving is wel degelijk het katholieke en overigens het correcte antwoord dat wordt geboden aan een berouwvolle zondaar. Een slachtoffer dat kan vergeven – na boete en na herstel van wat herstelbaar is door de dader – wordt een gelukkiger slachtoffer dan een slachtoffer dat louter een procedure heeft gewonnen of dan een slachtoffer dat louter een financiele vergoeding heeft ontvangen. Vergeving en verzoening zijn er niet slechts voor wie vergeven wordt, maar evenzeer voor wie vergeeft. De door de kardinaal gesuggereerde oplossingen zijn potentieel veel doelmatiger dan de alternatieven, als die er al zouden zijn: het komt aan een bemiddelaar bij een vertrouwelijk gesprek niet toe om het even wie op de hoogte te brengen of te verwittigen, en noch canoniek, noch wereldlijk–juridisch zijn om het even welke stappen dan nog mogelijk. Het gesprek verloopt op verschillende ogenblikken als een pijnlijke familiale ruzie. Dit is niet opgenomen in De Standaard. De kardinaal zegt naar het einde toe dat in zijn ogen dit gesprek niet afgerond is en dat er best nog op teruggekomen wordt. Hij verlaat de oude abdij van Steenbrugge in de veronderstelling dat iedereen alles laat bezinken, en dat er een tweede gesprek komt, waarbij opnieuw zal worden gepoogd de familiale brokken te lijmen. Dat tweede gesprek komt er nooit: enkele dagen na het eerste gesprek laat Mgr. Vangheluwe telefonisch aan de kardinaal weten dat hij de pauselijke nuntius zijn ontslag heeft aangeboden. Tot slot: de verantwoording voor het publiceren van een gedeelte van de gesprekken die plaatsvonden zou zijn dat het slachtoffer beschuldigd is van afpersing om geld te bekomen. Of die beschuldiging klopt of niet, ze is in elk geval niet van de kardinaal afkomstig, en het is onduidelijk hoe het verwoesten van een reputatie de aantasting van een andere ongedaan kan maken. |
||||
Any original material on these pages is copyright © BishopAccountability.org 2004. Reproduce freely with attribution. | ||||