BishopAccountability.org | |||
Macht En Machtsmisbruik in De Kerk By Dick Wursten Rknieuws June 28, 2010 http://www.rorate.com/nieuws/nws.php?id=61653 ANTWERPEN (RKnieuws.net) - 'De recente onthulling van veelvuldig seksueel machtsmisbruik van minderjarigen door kerkelijke functionarissen maakt duidelijk dat de kerk een groot probleem heeft: niet met de wereld of de media, maar met zichzelf. Ze staat in haar hemd. Het vertrouwen in haar leiderschap is geschonden, de machtsuitoefening binnen de kerk staat ter discussie. Een discussie die ook leeft bij protestanten', aldus predikant Dick Wursten, inspecteur protestants-evangelisch godsdienstonderwijs, in het christelijk weekblad Tertio. Leden van de leidende groep in de kerk pleegden misdaden en diezelfde groep gebruikte haar macht om het misbruik toe te dekken. Als je slachtoffer was, had je pech, want je kon alleen bij de duivel – de dader of een van zijn kompanen – te biecht gaan. De concentratie van alle macht bij de clerus wordt al lang aangevochten – ook binnen de kerk zelf – maar heeft na de recente feiten haar geloofwaardigheid verloren. Voor alle duidelijkheid: ik heb niets tegen macht, ook niet in de kerk. Macht – het vermogen om iets te laten gebeuren – is geen vies woord. Het hoort bij de dynamiek van het leven en speelt altijd een rol in relaties. Macht is aanwezig in de relatie ouder-kind, politie-burger, leerkracht-leerling, dokter-patiënt, enzovoort. Dat is niet erg. Waar het op aankomt, is dat de machtsuitoefening wordt (h)erkend en gereguleerd, vooral als de relatie erg ongelijk en niet-wederkerig is. Dan moet er een wettelijk kader zijn dat de zwakke beschermt tegen misbruik. 'Scheiding der machten' De kerk heeft weliswaar niet zoveel wereldlijke macht meer, maar nog altijd veel geestelijke macht. Die werkt op een verborgener manier dan fysieke macht en daardoor is haar impact dieper en een ontsporing desastreuzer. De relatie priester-leek was enkele generaties geleden een zeer ongelijke en niet-wederkerige relatie, zeker als de leek nog een kind of jongere was. De vraag naar regulering was dus urgent en juist daar knelt het schoentje. Binnen de kerk is het tevergeefs zoeken naar een begin van een 'scheiding der machten'. Er wordt wel onderscheid gemaakt, maar de uitoefenaars zijn altijd leden van – of nauw verbonden met – de clerus. De legitimering van dat systeem verloopt altijd langs dezelfde lijnen: God heeft zijn macht in Christus gedelegeerd aan de priesters. Zij zijn binnen de bisschoppelijke hiërarchie Christus' plaatsbekleders op aarde. Daar kun je niet tegenop, als jonge man, als meisje. Lichamelijke zuiverheid Nog beklemmender wordt het als we ons realiseren dat een van de legitimerende factoren van de geestelijke stand precies hun lichamelijke zuiverheid was. Priesters waren geen gewone mensen maar geestelijken. Uitwendig teken van hun bijzondere status was dat zij de seksualiteit eronder hadden gekregen. Zij beheersten hun lichaam en leefden kuis. Die uitzonderlijke status legitimeerde niet alleen hun machtspositie, maar maakte het seksueel misbruik daarvan zo goed als onbespreekbaar. De leugen, gecombineerd met een cultuur van ontkenning en verzwijgen, nestelde zich zo in het hart van de kerk. Als nu het kerkelijke discours precies daar volledig hol blijkt te zijn, dan verspeelt de priesterkaste niet alleen wat krediet, maar haar legitimering en begint het hele systeem te wankelen. Daarom is het zo moeilijk voor de bisschoppen en de paus om helder te zien en echt de oorzaak van het nu zichtbaar geworden kwaad te benoemen: ze zouden wel eens de tak kunnen afzagen waar ze zelf op zitten. Het raakt de fundamenten van de kerkleer. 'Broeder' of 'vader' Is dat dan met een structuurhervorming verholpen? Ik denk het niet. Ook binnen niet-hiërarchische kerken – protestantse en evangelische – is macht een moeizaam thema. Het misbruik zit daar misschien niet als een systeemfout in de kerkleer ingebakken – de Reformatie is er niet voor niets geweest –, maar ook in deze kerken en gemeenschappen komen tal van relaties en situaties voor waarin macht in het spel is en het niet bepaald duidelijk is hoe die wordt gereguleerd. In theorie is de organisatiestructuur 'plat' –gelijkwaardigheid van de ambten, het ambt van alle gelovigen –, maar in de praktijk wordt de dominee of voorganger toch gezien als iemand die geestelijk speciaal is. Een charismatische voorganger wordt wel aangesproken met 'broeder', maar wordt vaak gezien als een 'vader' en hij handelt vaak ook zeer paternalistisch. Charisma is een sterke vorm van geestelijke macht. En omdat in vrije kerken het verschijnsel macht nauwelijks gethematiseerd wordt, kan ook daar macht heel gemakkelijk ontsporen. Waar het seksueel misbruik van kinderen de rooms-katholieke systeemfout aan het licht brengt, zijn het de sektes die het protestants-evangelische tekort openbaren. Bij gebrek aan bezinning op hoe geestelijke macht werkt, kan die macht makkelijk in handen vallen van usurpatoren van het laagste allooi. Het onderscheid tussen goedgebruikte macht en machtsmisbruik is een 'tricky matter'. Machtsmisbruik wordt altijd verhuld en goedgepraat. De mens is een onverbeterlijke zelfrechtvaardiger. En als het hem niet lukt om z'n eigen gedrag goed te praten, dan trekt hij een ander register open, dat van de verontschuldiging. Het was zo erg niet… Bij kerkelijk machtsmisbruik is het niet anders. Een pastor die te ver is gegaan, noemt zichzelf niet immoreel, maar voert ethische, pastorale of vrome redenen aan om zijn gedrag te rechtvaardigen. En juist omdat dit alles niet in de openbaarheid gebeurt – vertrouwelijk gesprek, ambtsgeheim –, kan de ontsporing heel lang verborgen blijven en voortwoekeren. Pas als het in de openbaarheid komt, vallen zelfrechtvaardigingen als drogredeneringen door de mand. Ze overtuigen alleen de dader en misschien de groep waarin de pastor als charismatische leider functioneert. Dit betekent dat voorgangers zich bewust dienen te zijn dat hun handelen in de geloofsgemeenschap hen altijd macht verschaft en dat zorgvuldigheid dus het eerste gebod is en blijft. Spanningsvelden Elke religieuze organisatie moet haar personeel voorbereiden op het feit dat ze met de hun toegeschreven geestelijke macht in grote spanningsvelden terecht kunnen komen. Ze moeten kennis hebben van psychologische mechanismen, van onbewuste manipulaties, ze moeten gespitst zijn op interferenties tussen hulpvragen en eigen kwetsuren. Ze moeten professioneel opgeleid en begeleid worden. Alleen zo kun je machtsmisbruik proberen in te perken. Als er dan ook nog een deontologische code komt en een transparante rechtsgang voor als het misgaat, dan kan de geestelijke macht worden gebruikt "tot heil van mensen en tot opbouw van de samenleving", want, zoals theoloog Didier Pollefeyt opmerkte, "macht is maar authentiek als ze de onmacht van de ander behoedt voor verdere kwetsuren". |
|||
Any original material on these pages is copyright © BishopAccountability.org 2004. Reproduce freely with attribution. | |||